THE DAM JAWN feat. Dick Oats - MASTER ST.

Artiest info
Website
facebook
Distr. : New Art Int.

The Dam Jawn is een band die bestaat uit vijf jonge muzikanten uit de Amsterdamse Jazz scene, zij vonden elkaar door een gedeelde ervaring in de V.S. en leefden met elkaar in Philadelphia gedurende een half jaar. Tegenwoordig wonen ze in Amsterdam waar ze ook actief zijn, het gezelschap is internationaal, Martin Diaz (altsax) en Joan Fort (gitaar) werden geboren in Barcelona, Philip Lewin (contrabas) in Stuttgart en Nitin Parree (drums) en Frank Groenendijk (tenorsax) zijn Nederlanders. Dit debuut album bevat ook de legendarische altsaxofonist Dick Oatts, hij was lid van het Thad Jones/Mel Lewis Orchestra en speelde in kleinere groepen met musici als Bob Brookmeyer, Joe Lovano, Fred Hersch en vele anderen.

Afgezien van Dick Oatts is de line-up van The Dam Jawn mij niet bekend, dat kan best aan mij liggen, ik zit niet meer zo dicht op de jazzscene in Amsterdam sinds ik daar niet meer woon. Des te groter was de verassing toen ik dit debuut beluisterde, knappe composities en hartverwarmend spel daar staat deze groep jonge musici garant voor. Het album begint met het titelnummer “Master St.” van Martin Diaz, een lekker swingend stuk in de hardbop traditie, “Venango” van Nitin Parree gaat ongeveer op dezelfde voet door, met “Racoon’s Fight” van Joan Fort raken we, ondanks de titel, in rustiger vaarwater met een glansrol voor Dick Oatts. “Send in the clowns” van Stephen Sondheim , geschreven voor de musical A little night music uit 1973 dat weer een bewerking was van Ingmar Bergman’s film Smiles of a summer night uit 1955 is een fraaie ballad met fabuleuze solo’s. Het arrangement werd geschreven door Martin Diaz en Joan Fort, zowel Diaz en Oatts spelen altsaxofoon en het is niet vermeld wie waar is te horen, maar hier gok ik toch weer op Oatts, gitarist Fort is ook te horen met een fraaie solo.

“NY’s hectic nature” is zoals de titel al aangeeft een uptempo compositie waarin alle musici excelleren in hun solo’s, het werd overigens geschreven door Joan Fort, heerlijke hardbop vergelijkbaar met de muziek die mij enthousiast maakte voor de jazz, ver voor de intrede van synthesizers, hip hop en andere ellende, de muziek zou zo weggelopen kunnen zijn uit het oeuvre van iemand als Blakey en zijn Messengers, drummer Parree benadrukt die vergelijking helemaal met zijn ontzettend stuwende spel. De rust keert weer met het dromerige “Atlanta” van Frank Groenendijk die hier een superieure solo aflevert op zijn tenor. Het album wordt afgesloten met het aloude “Darn that dream“ van Johnny van Heusen, een prachtig besluit van een geweldig debuut, alweer een rijke aanvulling op het toch al weelderige palet van de Nederlandse jazz.

Jan van Leersum.